Vraag iemand of hij de schrijver Józef Korzeniowski kent en
je zal waarschijnlijk nul op het rekest krijgen. Vraag naar de schrijver Joseph
Conrad (1857-1924) en je krijgt een golf van herkenning. Het blijft
verbazingwekkend hoe een etnische Pool afkomstig uit het toenmalige Russische
Rijk (huidige Oekraïne) na heel wat avontuurlijke maritieme omzwervingen in
Engeland neerstrijkt om uit te groeien tot een van de belangrijkste Engelse
modernistische schrijvers, en dat in een geadopteerde, derde taal. Niet het
minst voor Conrad zelf: ‘Zowel op zee als op land is mijn gezichtspunt Engels,
waarvan je niet moet afleiden dat ik een Engelsman ben geworden. Dat is niet
het geval. Homo duplex heeft in mijn geval meer dan één betekenis.’ Dat gevoel
van een dubbele identiteit en de innerlijke conflicten die ermee gepaard gaan,
zal de Pools-Engelse Conrad zijn leven lang achtervolgen.
Józef Teodor Konrad Korzeniowski werd 165 jaar geleden
geboren in het stadje Berditsjev, de plaats waar Honoré de Balzac zeven jaar
eerder met zijn geliefde gravin Hanska huwde. Voor de biograaf en
Conrad-specialist John Stape was die verjaardag de aanleiding om de biografie The Several Lives of Joseph Conrad
(vert. De vele levens van Joseph Conrad)
te publiceren. Centraal staat niet zozeer het oeuvre van Conrad maar de vele
biografische levens die hij leidde. Zelf zag Conrad zich als Pool, zeeman en
schrijver. Stape voegt daar de ‘levens’ van echtgenoot, vader en vriend aan
toe: ‘rollen die ongetwijfeld zijn werk verrijken en op verschillende manieren
beïnvloed zullen hebben’. Met andere woorden Stape tracht Conrads zelfbeeld van
‘homo duplex’ uit te breiden tot dat van ‘homo multiplex’.
Vele levens kunnen natuurlijk ook synoniem staan voor vele
leugens. Stape erkent dat een biografie ‘noodgedwongen elementen van fictie’
bevat: ‘De verhouding daarvan tot de feiten is deels een kwestie van de
hoeveelheid documenten die bewaard zijn gebleven, maar wordt ook bepaald door
de tijdgeest (zowel die van de tijd van het onderwerp als van de schrijver) en
de aard van de biograaf.’ Conrad is een van die auteurs waarrond tijdens zijn
leven al vele verhalen de ronde deden en die na zijn dood verder werden
aangedikt. Sterke verhalen bijvoorbeeld als zou Conrad — die slechts van lage
adel was — een Poolse graaf zijn die gevochten heeft in de Russisch-Turkse oorlog.
Zelf was Conrad ook niet bepaald waarheidsgetrouw in zijn memoires en brieven,
of in zijn uitlatingen ten overstaan van vrienden. Bovendien waren de eerste
biografen Richard Curle en Jean Aubry, als vrienden uit zijn latere jaren,
vooral gefocust op een in bescherming nemende nagedachtenis.
Met de opkomst van de wetenschappelijke biografieën in de
tweede helft van de twintigste eeuw werden heel wat zogenaamde feiten over
Conrad rechtgezet. Stape heeft als biograaf van de vierde generatie het
voordeel dat hij kan voortbouwen op het werk van zijn voorgangers: Jocelyn
Baines (1960) legde de fundamenten, terwijl Frederick R. Karl (1979) en
Zdzislaw Najder (1983) konden putten uit jarenlang onderzoek in de intussen
vrijgegeven archieven. De meer Freudiaans georiënteerde biografie van Karl
heeft als ondertitel ‘The Three Lives’, waar Stape nu een bovenbouw van ‘vele
levens’ aan toevoegt. Stape heeft het voordeel dat hij als eerste kan
beschikken over de volledige correspondentie van de schrijver (hij heeft meegewerkt
aan de uitgave van de verzamelde brieven), andere intussen vrijgegeven
archieven en het internet. Toch wil Stape zijn biografie niet
buitenproportioneel laten uitgroeien: hij beperkt zich tot de levens ‘om een
portret te schilderen van een man die erg weinig van zichzelf liet zien’. Voor
de literair-kritische invalshoek verwijst hij naar John Batchelors omvangrijke
biografie uit 1990. Toch heeft Stape als redacteur van onder meer The Cambridge Companion to Joseph Conrad
(1996) en de recentste edities in de ‘Penguin Classics’-reeks ook bijgedragen
aan een beter begrip van Conrads oeuvre voor een breed publiek.
Als er van in het begin een constante is in Stapes
biografie, is het wel Conrads relatie tot geld. In zijn brieven en andere
bronnen worden in detail Conrads inkomsten, uitgaven en schulden beschreven.
Hij verkeerde voortdurend in geldnood en probeerde overal geld los te krijgen.
Stape besteedt een aantal bladzijden aan het principe van de herberekening van
de pond van toen naar het overeenkomstige bedrag van 2005, rekening houdende
met prijsinflatie, prijsindices en verschil in gemiddeld inkomen. Dat maakt dat
de schuld van £ 2700 die Conrad in 1910 bij zijn literair agent J.B. Pinker had
uitstaan in 2005 £ 973.000 of € 1.362.200 zou bedragen. Noodzakelijk om de
draagwijdte van Conrads financiële avonturen of de momenten dat hij krap bij
kas zat beter in te schatten. Bij zijn dood liet Conrad na aftrek van
successierechten nog £ 20.045 na (in 2005 £ 3,4 miljoen of € 4,76 miljoen).
Volgens die berekening was Conrad niet bepaald een armoedzaaier in de laatste
periode van zijn leven, zoals hij soms suggereerde (sommige critici stellen
Stapes manier van rekenen wel in vraag en pleiten om het omgerekende bedrag
door vier te delen).
Die dualiteit in Conrads financiën vinden we eigenlijk terug
in alle aspecten van zijn leven en werk. Conrad worstelde met zijn dubbele
Pools-Engelse identiteit, balanceerde tussen twee culturen en onderkende het
proces van ontworteling en vervreemding dat ermee gepaard ging. En ook over de
waarde en het effect van literatuur had hij zo zijn twijfels. De perfectie van
een havenregister kon door de literatuur niet benaderd worden, maar Conrad kon
toch troost putten uit de ‘essentiële organisatie’ van het literaire werk op
zich. Hij was naast broodschrijver ook een begaafd literair auteur die ondanks
zijn associatie met het zogenaamde avonturenverhaal een oeuvre naliet dat zich
vandaag niet eenvoudig weg laat lezen. Dat heeft te maken met de grote
densiteit van zijn schrijven en de inbreng die de auteur van de lezer vraagt.
Conrads ondoorzichtige stijl wordt vaak gekoppeld aan zijn literair wordingsproces,
met een Frans tussenstation alvorens zich in het Engels te ontplooien met
Shakespeare en Dickens als zijn leermeesters.
De sleutel ligt echter meer in het hart van Conrads kunst: ‘the
construction of a setting where a complex state of mind can be presented with
the fullest emotional and dramatic effect’, zoals de Conrad-biografe Jocelyn
Baines stelde. Of zoals Conrad het literair in Lord Jim uitdrukt: ‘Pas als we worstelen om het innerlijk van een
ander te begrijpen, wordt ons duidelijk hoe onbegrijpelijk, onduidelijk en
mistig die andere wezens zijn met wie we het schouwspel van de sterren en de
warmte van de zon delen. Het lijkt alsof eenzaamheid een vaste absolute
voorwaarde is van het bestaan; het omhulsel van vlees en bloed waarop we onze
ogen richten smelt weg onder de uitgestrekte hand en wat rest is slechts de
wispelturige, ontroostbare en ongrijpbare ziel die geen oog kan volgen, geen
hand kan beetpakken’. Meteen ook het motto van Stapes biografie en een
voorbeeld van hoe Conrads literaire en innerlijke zoektocht parallel lopen.
De basis van die morele ingesteldheid vinden we terug in de
getormenteerde geest die Conrad geworden was na zijn traumatische reis naar
Congo in 1890, waaraan zijn bekendste roman Heart
of Darkness onlosmakelijk verbonden is. Wat Conrad tijdens zijn schimmige
jaren als zeeman meemaakte, transformeerde hem niet alleen in een depressieve,
aan verschillende kwalen lijdende dolende geest (‘Wij dolen wanhopig rond in
onze geest. Het is beter hem aan banden te leggen’) maar ook in een schrijver
die tot taak had ‘je te laten horen, je te laten voelen en boven alles je te
laten zien’. Zoals Giles Foden betoogt in ‘The Moral Agent’ (The Guardian, 01.12.2007) trachtte
Conrad vanuit het perspectief van zijn verteller(s) alle mogelijke kanten van
personages en materie te bestrijken om ze diepte te geven en pure actieverhalen
te transformeren ‘in bevragingen over wat het betekent om in deze wereld te
handelen, wat het betekent om morele keuzes te maken’.
Conrad reikt daarbij, binnen een graduele opbouw, beelden
aan die de lezer moeten helpen om samen met hem betekenissen te vinden en
verbanden te leggen. Hij maakt daarbij gebruik van het proces van delayed
coding, waarbij de betekenis van een scène pas later in het boek zijn
contextuele betekenis krijgt. Conrads obsessie om alles te laten zien,
verklaart gedeeltelijk de grote krachtinspanning die hij moest leveren om zijn
gedachten op papier te zetten. Hij beschouwde zijn kunst als ‘fluid, depending
on grouping (sequence) which shifts, and on changing lights giving varied
effects of perspective’. Dat principe werkte globaal eerder bevrijdend dan
beperkend en gaf Conrad de mogelijkheid om zijn veelvoudige identiteit te
projecteren en uit te groeien tot een groot auteur van universele waarden.
Het blijft echter jammer dat John Stape die ziel van Conrad
niet kan traceren, omdat hij in zijn biografie verzuimt nader in te gaan op de
band tussen de schrijver en zijn oeuvre. Zoals Stapes financiële opsommingen,
blijft deze biografie een opeenstapeling van de samenstellende elementen van
Conrads leven. De wetenschap en de kennis zijn overvloedig aanwezig, maar de
passie lijkt wat te ontbreken. Gelukkig vinden we die wel bij Conrad zelf in de
pareltjes die vorig jaar door John Stape werden uitgegeven in de ‘Penguin
classics’-reeks, geannoteerd en ingeleid door Stape en zijn medewerkers. De
zwaarmoedige olieverfschilderijen die Phil Hale speciaal voor de covers maakte,
zetten alvast de toon. Zo krijgen we met leven én werk dan toch een omvattend,
boeiend geheel aangeboden.
John Stape: De vele
levens van Joseph Conrad, Atlas Amsterdam, 2008, 479 p. ISBN 9789045003931.
Vert. van: The Several Lives of Joseph
Conrad door Maaike Bijnsdorp en Lucy Schaap. Distributie: VBK België
John Stape: The Several
Lives of Joseph Conrad, Heinemann London, 2007, 378 p. ISBN 9780434013272.
Distributie: Nilsson & Lamm
Joseph Conrad: The Nigger
of the ‘Narcissus’ and Other Stories, Penguin, 2007, 469 p. ISBN
9780141441702. Distributie: Penguin Books Benelux
Joseph Conrad: Lord
Jim, Penguin, 2007, 354 p. ISBN 9780141441610. Distributie: Penguin Books
Benelux
Joseph Conrad: The Secret
Agent, Penguin, 2007, 269 p. ISBN 9780141441580. Distributie: Penguin Books
Benelux
Joseph Conrad: Under Western
Eyes, Penguin, 2007, 343 p. ISBN 9780141441948. Distributie: Penguin Books
Benelux
Joseph Conrad: Typhoon
and Other Stories, Penguin, 2007, 258 p. ISBN 9780141441955. Distributie:
Penguin Books Benelux
Joseph Conrad: Nostromo,
Penguin, 2007, 496 p. ISBN 9780141441634. Distributie: Penguin Books Benelux
deze pagina printen of opslaan