Anders dan de titel laat vermoeden, is De keeper ben ik geen boek over voetbal. De verteller trapte als
kind weliswaar al eens een balletje, hield daar zijn bijnaam Keeper aan over en
praat soms nog in voetbalmetaforen, maar daar blijft het bij.
Verrassend
genoeg stond Keeper destijds niet in de goal: ‘In het doel stonden altijd de
lui die er niets van konden. En ik kon er wat van. Ik heb op dat hobbelige veld
meer doelpunten gescoord dan alle anderen bij elkaar’.Vanwaar dan zijn bijnaam?
Na een verloren match sprong hij een keer in de bres voor de doelman, de
zieligste van de ploeg, toen die op het punt stond om gelyncht te worden: ‘Hé
jongens’, riep hij, ‘de keeper ben ik! Als jullie nou echt zo nodig een keeper
moeten afranselen, dan moeten jullie het tegen mij opnemen, lafaards die jullie
zijn’!
Zo
iemand is Keeper: het hart op de juiste plaats, een vlotte babbel en nog een
lenige geest ook. Wanneer hij aan zijn relaas begint, is hij net een paar dagen
uit de gevangenis. Hij had een jaar vastgezeten vanwege drugs. Terug thuis in Schemerdal,
een fictief, anoniem Zwitsers provinciestadje, is hij vast van plan zijn leven
weer op de rails te krijgen.
Al lukt hem dat aardig, echt rooskleurig ziet hij zijn
nabije toekomst niet in. Ondanks zijn baan in een drukkerij moet hij op de
kleintjes letten, zijn vrienden zijn verre van drugsvrij en daarenboven heeft
hij zich door andermans vrouw het hoofd op hol laten brengen. Hij kent Regula
al jaren, ze werkt als serveerster in zijn stamcafé, maar ‘dan ineens,
pats-boem’ ging hij meer in haar zien.
Pedro Lenz (1965, Langenthal)
werkte zeven jaar als metselaar en ging daarna Spaanse literatuur studeren –
zijn moeder is van Spaanse afkomst. Sinds 2001 gaat hij als auteur door het
leven. Naast romans schrijft hij gedichten en columns. Voorts brengt hij zowel
solo als met het spokenword-ensemble Bern
ist überall teksten op de planken. Dat doet hij in het Bernduits, een
dialect binnen het Zwitserduits.
Ook De keeper ben ik,
zijn debuutroman, schreef hij in dit dialect. Dat is opmerkelijk, want het
Zwitserduits is een gesproken taal. Het heeft een heel eigen woordenschat,
klank en ritme, maar geen officiële spelling. Zoals vele Zwitsers kan Pedro
Lenz zich er vlotter en vrijer in uitdrukken dan in het Hoogduits. In eigen
land was Der goalie bin ig (2010) een
regelrechte bestseller. Het boek kreeg bovendien een tweede leven als
theaterstuk en als film.
De vertaalster, Jolanda Ammon, komt net als de auteur uit
Langenthal. Intussen woont ze al meer dan vijfentwintig jaar in Nederland. De
muzikaliteit van Der goalie bin ig
gaat in het Nederlands onvermijdelijk verloren, maar dit neemt niet weg dat de
ontwapenende ex-junkie van drieëndertig ook heel aanstekelijk vertelt in De keeper ben ik, zelfs als het hem
zwaar te moede wordt. Zonder bij de pakken neer te gaan zitten, duikt hij op
zulke momenten het liefst in zijn verleden. ‘Dat is ook niet alleen maar mooi,
maar dat kan ik tenminste vertellen precies zoals ik het wil. En wie weet,
misschien komt er op een dag toch weer een goeie bal op me af’.
Pedro Lenz: De keeper
ben ik, Querido, Amsterdam, 2017, 175p. ISBN 9789021403762. Vertaling van Der
goalie bin ig door Jolanda Ammon. Distributie: L&M Books
deze pagina printen of opslaan