Poëzie

BOEKEN NR. 3, FEBRUARI 2016

Astrid Lampe: De taiga zwijntjes

door Dirk De Geest

Astrid Lampe is een van de meest bevreemdende dichters uit ons taalgebied, en dat al ruim acht dichtbundels lang. Telkens presenteert ze haar lezers met uitzinnige gedachtesprongen, met een bijzonder kleurrijke en zintuiglijke poëzie waaraan nauwelijks een touw valt vast te knopen. Tegelijk is duidelijk dat alles in deze gedichten doordacht is, ook al is het effect er een van ogenschijnlijke chaos en spontane associaties.  
 
Met De taiga zwijntjes is het niet anders. Na de vele experimenten met de vorm en de typografie uit haar vroegere werk kiest Lampe nu voor een strak opgelegd schema, waardoor haar poëzie aansluit bij wat internationaal constrained writing wordt genoemd. Haar jongste bundel is integraal gebaseerd op het (ondertussen een eeuw oude) beroemde gedicht The Waste Land van T.S. Eliot. Lampe gebruikt echter niet zozeer de thema’s van Eliot, zoals een klassieke vorm van intertekstualiteit het wil, maar beperkt zich uitsluitend tot de uitwendige vorm. Haar eigen bundel is opgebouwd volgens de principes van Eliots gedichtenreeks, met net evenveel afdelingen, dezelfde strofevorm en het exacte aantal regels. De geïnformeerde lezer ‘ziet’ als het ware Eliots tekst over die van Lampe (of omgekeerd), wat leidt tot een apart effect. Typografie, regellengte en zelfs de lettertypes zijn zo dicht mogelijk geïmiteerd.  
 
Tegelijk echter gaat – zoals dat verwacht kon worden – Lampe resoluut met haar voorbeeld aan de haal. Van de sombere toon van Eliots model, dat immers de ondergang van de westerse wereld opriep in een reeks fragmenten, blijven slechts vage echo’s bewaard. In plaats daarvan komen de typische Lampe-thema’s. De dichteres houdt van plotse sprongen, waardoor haar vaak korte teksten dreigen te overstromen. Heel wat elementen worden aangeraakt, maar tegelijk nauwelijks uitgewerkt. In die zin zijn ook de thema’s over het algemeen eerder draden, die her en der voorkomen, dan uitgewerkte gedachten. Lampe houdt vooral een pleidooi voor kwetsbaarheid. Vaak gaan haar gedichten over dieren, maar als contrast met die onschuld is er even vaak sprake van een onverhoedse dreiging. Die spanning houdt haar poëzie ook gaande: elke beschrijving, elke euforie wordt meteen gecounterd door een negatieve sfeer.  
 
Dat komt nog het sterkst tot uiting in de bijzonder korte verzen uit het tweede deel van de bundel, waarin als het ware een eigentijdse versie wordt gegeven van de voetnoten die Eliot (niet zonder ironie) voorzag om zijn onleesbare tekst toegankelijker te maken. Die lange reeks notities is soms explicieter, maar tegelijk ook vluchtiger dan de langere verzen. Orde lijkt wel uit wanorde te ontstaan, maar tegelijk hoedt de dichteres zich voor een illusie van stabiliteit en eeuwigheid. Lampe vindt zichzelf nu al een fors aantal bundels uit, onvermoeibaar en creatief. Tegelijk echter ondervind ik als lezer, zelfs bij die indrukwekkende beelden, soms enige vermoeidheid; lang niet alles lijkt even ‘noodzakelijk’, ook niet als ingenieuze woordconstructie. Maar wat overeind blijft, is meer dan genoeg voor een fikse brok lectuur.

Amsterdam : Querido 2015, 49 p. ISBN 9789021400457 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri