Tien jaar is het geleden dat de moeder van Jonathan onverwacht
overleed. Zijn vader, zo blijkt aan het begin van Het gebed van Jonathan
Simmers, is niet van plan haar grafrechten te verlengen. Voor Jonathan
hoeft dit evenmin, waarop de urn met haar as in een plastic tas van vader naar zoon
gaat.
Die
overdracht gebeurt bij het station waar ze voor het eerst sinds de begrafenis
afgesproken hebben. Veel wordt er niet gezegd. Terwijl Jonathan de grote wijzer
van de stationsklok schokkerig ziet verspringen van acht naar zeven minuten
voor tien, nodigt zijn vader hem tot zijn verbazing wel uit om de week erop
zijn vijfenzeventigste verjaardag mee te komen vieren.
In de dagen die volgen, vraagt Jonathan
zich af waarom hij in godsnaam hun band zou aanhalen. Zolang hij het zich kan herinneren,
hebben ze langs elkaar heen geleefd. Zo waren ze al ‘drie eenlingen in een
huis’, toen zijn ouders en hij nog een gezin vormden. Voor Jonathan, die net
veertig is, lijkt hun afstandelijke relatie dan ook onomkeerbaar. <br />
De roman bestrijkt de
bewogen week die aan zijn vaders verjaardag voorafgaat en eindigt met het
feest. Om zijn onzekerheid en twijfels te bezweren, doet Jonathan meermaals een
soort gebed, weliswaar niet gericht aan God of een god. Het zijn beden aan zijn
moeder om wat helderheid en ondersteuning. Ze draaien overigens niet alleen om hemzelf,
ze betreffen ook zijn vijftienjarige halfzus Lieke. Voor haar is de veelgeplaagde
wereld namelijk een te overweldigende plek. Bij Jonathan kan ze als bij geen
ander schuilen, maar zelf is hij vaak in dubio over hoe haar het best te beschermen.
Na zijn vaders
toenaderingspoging dringen beelden van vroeger zich op in het nu. Die
tijdslagen vloeien wonderlijk samen in meanderende zinnen, waarin je via een
krachtig beeld ook nog eens geregeld een pakkende impressie meekrijgt. Zo staat
de schommelende grote wijzer van de stationsklok uit de openingsscène voor die
fractie van een seconde waarin Jonathan best wat langer zou willen blijven
hangen, om verder te zweven in het niets en licht te zijn. Of nog: ‘alsof de
tijd twijfelde en zich kortstondig in de toekomst en dan weer in het verleden
bevond, we zweefden een paar seconden in dat schommelmoment, mijn vader en ik,
een moment waarop er geen verleden en geen heden bestond, we zweefden in een
tussenmoment, een moment waarop je noch valt noch stijgt, een ogenblik waarop
je los van alles bent, […].’
Het gebed van Jonathan Simmers is de eerste roman van Martijn
Couwenhoven (1972). Eerder schreef hij wel al onder pseudoniem de novelle Kleine
hellen (Oevers 2018). Ook het kinderboek De schatkaart van Monet
(2014, Oevers 2017) is van zijn hand. Daarin ontdekt de tienjarige Eva dat Claude Monet in 1871 haar woonplaats
Zaandam aandeed. In Zaandam bevindt zich eveneens uitgeverij Oevers, die
Martijn Couwenhoven in 2016 oprichtte. Hij bepaalt er de keuze van de
titels en de vormgeving van de boeken. Voor zijn eigen roman sloeg hij weliswaar
de handen in elkaar met uitgeverij Thomas Rap.
Martijn Couwenhoven is net als
Jonathan Simmers ook kunstschilder en dat voel je in de roman, onder
meer wanneer Jonathan in de trein onderweg is naar het afscheidsmoment van zijn
plots overleden teken- en schilderdocent: ‘De wereld achter de druppels op het
raam is grijs, de schapen in de weilanden zijn doffe beige vegen in de
ochtendmist, de koeien staan erbij alsof ze kapot zijn gevallen waarna de
zwarte en witte scherven haastig weer aan elkaar zijn gelijmd’. <br />
Verder
lezen verwijzingen naar andere schilders als een uitnodiging om in hun werk te
gaan grasduinen. Zo raak je misschien geïntrigeerd door het ingetogen
kleurenpalet van de Italiaanse Giorgio Morandi, of door de Franse schilder
Pierre Soulages en diens onderzoek naar het samenspel tussen glas en licht, dat
uitmondde in de sobere glas-in-loodramen in de romaanse abdijkerk St. Foy in Conques. Niet alleen referenties
naar beeldende kunst luisteren het verhaal op, er klinkt ook een soundtrack
doorheen.
Het
gebed van Jonathan Simmers is een fijngevoelige roman over leven en dood, lichtheid
en zwaarte, over haperende familiebanden, over eenzaamheid maar ook over liefde,
die al dan niet zomaar uit de lucht komt vallen. Het is een intiem boek dat
gedragen wordt door Martijn Couwenhovens beeld van het wezenlijke van samen
iets te tillen, samen een gewicht te verplaatsen dat te zwaar is voor één mens
alleen.
Martijn
Couwenhoven: Het gebed van Jonathan Simmers, Thomas Rap, Amsterdam 2023, 186 p.
ISBN 9789400410374. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan