Poëzie

BOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2024

Luc Vanhie: De lijkwade van de wind

door Dirk De Geest

Luc Vanhie is in meer dan een opzicht een bescheiden dichter. Zijn werk verschijnt sinds tien jaar regelmatig, na een oponthoud van twee decennia, maar de dichter geeft er weinig ruchtbaarheid aan. Hij werkt het liefst in de luwte, wars van literaire modes of zogenaamd ‘urgente’ thema’s. Daarenboven is de dichter ook als figuur in zijn eigen poëzie zeer bescheiden. Zelden zijn de gedichten de persoonlijke getuigenissen van een lyrisch ik. Allicht is deze poëzie gegrond in de persoonlijke ervaring van de dichter en zijn eigen autobiografie, maar de sporen daarvan zijn slechts moeizaam terug te vinden in het vers zelf. Niet voor niets maken deze gedichten daardoor een soort van ‘Oosterse’ indruk.
 
Ook al is deze poëzie grotendeels geschreven in de anonieme derde persoon, objectief is ze allerminst. De dichter presenteert observaties en tekent landschappen, maar die zijn allerminst concreet en specifiek. De maan, de wind en andere verschijnselen manifesteren zich veeleer als contouren die een soort van symbolische kosmos afbakenen. In die zin gaat het om een geestelijk landschap dat de veruitwendiging is van gevoelens en gedachten. In plaats van de centrale mens komt de centrale positie van natuurverschijnselen, van planten en dieren. Het valt echter op hoe vaak ze gepersonifieerd worden en menselijke trekken krijgen. Op die manier komt een soort van krachtenveld tot stand, met variaties en contrasten. Vanhie presenteert inderdaad allerlei waarnemingen en bevindingen naast elkaar, maar in hun constellatie gaan die gegevens relaties met elkaar aan.
 
Toch is zelfs die activiteit van de aarde slechts één dimensie van deze poëzie. De dichter concentreert zich immers evenzeer op de sporen en de restanten, op wat niet rechtstreeks waarneembaar is maar vermoed kan worden. Zelfs de stilte en de onwrikbaarheid verraadt een intense dynamiek. Die hangt samen met de manier waarop de menselijke aanwezigheid noodgedwongen temporeel is maar is ook inherent aan de natuur. In veel gedichten wordt dat uitgedrukt via het spel van de vier oerelementen (water, vuur, aarde, lucht) die zich op tal van manieren aan ons manifesteren. Op sommige ogenblikken lijken ze statisch en haast eeuwig, op andere ogenblikken erg intens en kortstondig: de storm, het vuur, de beving van de aarde verstoren de indruk van stabiliteit.
 
Het mag duidelijk zijn. Men kan deze gedichten lezen als geduldige stillevens, als portretten die het leven trachten te herleiden tot basiselementen. In dat opzicht reikt Luc Vanhie verder dan het waarneembare en de momentopname. De dichter gaat echter verder door zijn eigen schrijfact nadrukkelijk te thematiseren: in het schrijven worden zaken vastgelegd en uitgelegd, maar onmiskenbaar gaat daarbij telkens iets levends en unieks verloren. Schrijven is tonen maar ook wegschrijven. Het is een oefening in ascese die de dichter het afgelopen decennium met brio tot poëzie heeft omgezet.  
 
Luc Vanhie: De lijkwade van de wind, P, Leuven 2023,64 p. ISBN 9789464757293


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri