Nederlands proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2024

Paul Claes, Koenraad Tinel (ill.): Ouroboros. Odyssee 2.0

door Carl De Strycker

Zo worden ze niet meer gemaakt, de romans van vandaag. Wat Paul Claes doet in Ouroboros, een sequel van de Odyssee, is tegelijk traditioneel en ongezien. Traditioneel in de zin van: aansluitend bij de traditie. Ouroboros is een epos in hexameters dat een vervolg biedt op een van de allergrootste klassiekers uit de westerse canon. Zo werd eeuwenlang literatuur gemaakt, met behulp van vaste vormen en retorische technieken, en uitgaande van bestaande stof die hernomen, gevarieerd en aangevuld werd. Tegelijk is het ongezien, want het is wel heel lang geleden dat er in de Nederlandse literatuur nog eens een boek volgens dat recept verscheen. Ouroboros is daarmee vintage Paul Claes, de kameleon onder de schrijvers die zich in eerder werk uiteenlopende stijlen uit verschillende periodes aanmat. Deze keer meet hij zich dus met Homerus.  

Ouroboros
vertelt wat er met Odysseus gebeurt na zijn terugkomst in Ithaka, na tien jaar Trojaanse oorlog en nog eens tien jaar omzwervingen. Blijkbaar valt het hem lastig om thuis te blijven, want hij gaat bijna onmiddellijk weer op pad, deze keer om een geschikte bruid te vinden voor zijn zoon Telemachos. Hij denkt aan Nausikaä, de prinses uit de onvergetelijke passage in de Odyssee als hij aanspoelt bij de Faiaken; haar wil hij voor zijn zoon. Maar het is een reis vol gevaren, problemen en misverstanden. Nausikaä voelt meer voor Odysseus dan voor een huwelijk met zijn zoon, Penelope wil niet nog een keer eindeloos zitten wachten en bedenkt een list zodat ze hem achterna kan reizen, en ze blijft deze keer bovendien niet onverschillig voor een aanbidder en Poseidon lijkt nog steeds vertoornd. Dat alles mondt uit in een shakespereaans drama: aan het einde vindt bijna iedereen de dood, enkel Telemachos en zijn bruid overleven en worden de nieuwe heersers van Ithaka.
 
Uiteindelijk is dat het thema van Claes’ roman: de vraag hoe de dood overwonnen kan worden, gesymboliseerd in het leidmotief van de slang die in haar eigen staart bijt, de ouroboros, waardoor er geen begin en geen einde meer bestaat. Gesuggereerd wordt dat onsterfelijkheid bereikt kan worden door grootste daden te stellen die in het collectieve geheugen gegrift blijven (type Achilles), of door weg te lopen van je lot en zo trachten je leven te verlengen (de techniek die Odysseus beproeft), of door een literair werk te schrijven met eeuwigheidswaarde (Grote literatuur à la Homeros, die bij Claes weer eens tot leven gewekt wordt, waardoor het punt meteen gemaakt wordt). De teleurstelling is groot als blijkt dat onsterfelijkheid dus metaforisch opgevat dient te worden en biologische onsterfelijkheid onmogelijk is. Het echte eeuwige leven bestaat niet – ook de ‘onsterfelijke’ goden bestaan niet, maakt een priester duidelijk; om leven mogelijk te maken moet er gestorven worden. Niet voor niets laat Nausikaä zich in deze roman Kora noemen, naar de dochter van Demeter die een half jaar in de bovenwereld en een half jaar in de onderwereld vertoeft, en hangt ze de cultus van de wedergeboorte aan. Uiteindelijk blijkt, ook wetenschappelijk (na een bijzondere twist in de laatste twee zangen van Claes’ epos), dat de enige manier om echt voort te leven is via het verwekken van een nageslacht.
 
Claes laat in zijn twaalfde roman al zijn obsessies samenkomen die hij in eerder werk uitvoerig behandelde: de klassieken, intertekstualiteit, de vegetatiemythen, Freud en het gebruik van klassieke vormen. Met gebruikmaking daarvan wordt hier literatuur gemaakt, en ik kies heel bewust dat onromantische werkwoord dat het geconstrueerde karakter benadrukt. Niets geen inspiratie en persoonlijke besognes, maar kennis, techniek en vormbeheersing. Overdreven erudiet en bloedeloos voor de een, voor de ander een tour de force van een van de laatste schrijvers met metier.  
 
Paul Claes, Koenraad Tinel.:Ouroboros. Odyssee 2.0, Klein, s.l. 2023, 172 p. ISBN 9789464774405 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri