Nederlands proza

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2023

David Pefko: De gebroeders Maxilari

door Jan-Bart Claus

‘Het wonder zien gebeuren’  

Zes jaar na Daar komen de vliegen gaat er weer een David Pefko over de toonbank. Toen speelde de roman zich af in New York tegen de achtergrond van het Bernie Madoff-piramideschandaal, dit keer vindt het coming-of-age-verhaal van De gebroeders Maxilari plaats in Amsterdam-Zuid. Twee broers, Levi en Ze’ev – Zev voor de vrienden – verhuizen naar Buitenveldert, het ‘Israël van Amsterdam’, ‘een plek voor mensen zoals wij’, aldus hun moeder. Ze probeert de schijn op te houden door te stellen dat hun nieuwe huurhuis niet ver ligt van het chique Oud-Zuid, maar Zev – Hebreeuws voor wolf – windt er geen doekjes om: ‘Mij gaat het erom hoe ik hier weer wegkom!’.
 
De lezer ontmoet de broers op het moment dat ze een gouden ring proberen te verpatsen. De juwelier, meneer Silbernberg, staat erop dat de jongens hem tutoyeren. Hij wil immers een vriend van het gezin zijn en prijst de aangeboden ring alsof het juweel dertien gram weegt, in plaats van de door de weegschaal aangegeven twaalf. Met het geld kunnen de jongens toch ietwat hun moeder onderhouden. Zij, in volle depressie, komt het bed in de woonkamer niet meer uit en spendeert haar dagen al kijkend naar de televisie.
 
Af en toe kijken Levi en Zev samen met haar naar The Bold and the Beautiful. In de soap vangen zij glimpen op van hoe een leven zou kunnen zijn zonder hun moeders koopzucht. Want in plaats van de rekening van het water, de elektriciteit, of de schoolboeken te betalen, koopt ze zich liever een nieuw paar schoenen, terwijl de broers hun kledij plukken uit hetgeen de buren op straat hebben gesmeten. Om soelaas te bieden, nemen de broers het huishouden op zich. Als er al eens geld is voor voedsel, dan kookt Levi – Hebreeuws voor verbondenheid – voor het gezin, maar vaker wel dan niet ligt de moeder in bed met een fles frisdrank en een verse zak chips. Enige verlossing vinden Levi en Zev bij hun oma, waar ze zich vol kunnen proppen met koeken. Opdat zij nooit zou kunnen tellen hoeveel de broers daadwerkelijk hebben opgesmikkeld, verstoppen ze de wikkels onder haar matras. In een leven waar weinig moois aan is, overleven de broers op branie.
 
Fijngevoelig legt Pefko een sociale dwangbuis bloot. Het verhaal krijgt gestalte door de ogen van verteller Levi, die op zijn jonge leeftijd weinig inzicht heeft in armoede. De lezer daarentegen ziet hoe het gezin wordt platgebeld door allerhande schuldeisers, zowel aan de telefoon als aan de deur. Waar toch ergens op een helpende hand wordt gehoopt, zijn er enkel gieren die ongeduldig krijsen rond een prooi die angstig onder de dekens kruipt bij elk gerinkel. Met dit knap uitgewerkte perspectief trekt Pefko de lijn van Het voorseizoen (Prometheus 2010) door, al volgde de lezer toen nog een volwassen man. Naast de Gouden Uil Literatuurprijs 2012 kreeg Pefko voor dat boek in 2013 ook de jongerenprijs de Inktaap, en ook De gebroeders Maxilari is zeer toegankelijk voor jongere lezers. Niks van het drijfzand dat armoede is, wordt verdoezeld, noch raakt de lezer verstrikt in complexiteit.
 
Hoe dan ook ontstaat er wat hoop wanneer Silbernberg de broers een baan aanbiedt. Hij, een oudere man, merkt aan de vooravond van de millenniumwende dat de technologie hem inhaalt, en vraagt de jongens om zijn boekhouding te digitaliseren. In ruil krijgen ze een mooie cent, waardoor ze niet alleen hun moeder beter kunnen onderhouden, het wakkert ook de droom van een eigen winkel aan. In die winkel, die The One Shop moet heten, zouden ze telkens slechts één gegeerd object te koop aanbieden, vertrouwend op de wet van vraag en aanbod. Na een paar dagen voor Silbernberg gewerkt te hebben, hopen ze dat idee gestalte te geven door zijn juwelenwinkel over te nemen. Twee vliegen in een klap, want hun oude vriend zou dan alles op zijn naam kunnen zetten tot ze meerderjarig zijn. ‘Het wonder zien gebeuren’, droomt Levi hardop.
 
De bezorgdheid is dan ook groot wanneer de winkel op een dag gesloten blijft. Van Silbernbergs dochter horen Levi en Zev dat hij in het ziekenhuis is opgenomen met een hartinfarct. Wanneer ze hem bezoeken, vinden ze een ongeduldige, opgejaagde patiënt. Naast Silbernberg ligt Udo Korf, die in de Tweede Wereldoorlog Joden verklikte om aan de haal te kunnen gaan met hun dure, zeldzame edelstenen. Terwijl de broers in de winkel werkten, had Silbernberg de jongens vaak verteld over diamanten, met als favoriet onderwerp de beroemde diamantsnijder Joseph Asscher en zijn roemrijke werk met de Cullinan. In het hospitaal onthult de oude man dat hij als kampoverlever na de oorlog lang heeft gewerkt voor de Zunshayn Foundation, dat zich specialiseert in het opsporen en recupereren van door de nazi’s gestolen diamanten. Maar Udo Korf en de gestolen ‘Schein’, een edelsteen genoemd naar de familie waarvan het werd gestolen, is Silbernberg blijven ontsnappen. Een rijk vindersloon belovend, vraagt de oude vriend aan Levi en Zev om bij Korf in te breken en de Schein te redden.
 
Op dit punt verwatert de scherpte wat. Hoewel het detectivemotief spanning verleent aan de roman en vaart brengt in de tekst, ligt de afloop al snel voor de hand. Nog voor Silbernberg in het hospitaal belandt, voelt de lezer aan alles dat de man iets verbergt, en ook de naam van begeerde diamant laat weinig aan de verbeelding over. Daardoor verliest het plot aan kracht. Dat wordt enigszins gecompenseerd door de spitante dialogen tussen de jongens. Met Levi de zachtaardige en Zev de wildebras zet Pefko personages neer, die de roman dragen tot het einde.
 
Die voorspelbaarheid staat evenwel niet in de weg van een treffende thematische pointe. Silbernbergs jacht op de Schein is een cynisch symbool voor hoe snel een mensenleven en de herinnering daaraan wordt gereduceerd tot een financiële waarde. Dat opportunisme spiegelt zich in het lot van de jongens. Ook zij worden tot een waarde gereduceerd binnen een economische logica, waarbinnen niet hun levens, maar vooral de schulden die zij belichamen, moeten worden gerecupereerd. Het ‘wonder’ dat hier gebeurt, is dat van geld.
 
Het maakt van De gebroeders Maxilari een roman die snel wegleest en voor een breed publiek toegankelijk is. Een geoefende lezer kan aan de slag met het sociale thema, een jongere vindt haar gading in het spannende verhaal, of omgekeerd, en het boek heeft ook zeker haar plaats in de klas of op de leeslijst. Dat Pefko’s tekst af en toe voorspelbaar wordt, neemt niet weg dat er her en der edelsteentjes te vinden zijn.
 
David Pefko: De gebroeders Maxilari, Prometheus, Amsterdam 2023, 333 p. ISBN 9789044633856. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri