Poëzie

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2023

Erwin Hurenkamp: Nu we er toch zijn

door Erick Kila

Van de nood een deugd maken, dat uitgangspunt ademt de debuutbundel van Erwin Hurenkamp (Deventer, 1993). In Nu we er toch zijn wordt het bestaan tot een vegetatief verschijnsel teruggebracht. Dieren, mensen, bomen: het zijn groeisels die tegen de klippen op overleven. De organismen die het bestaan bevolken, verschijnen en verdwijnen met een cyclische wetmatigheid. Naar gelang de omstandigheden veranderen, passen de levensvormen zich aan. Desnoods overleven ze in onheuglijke tijden geleden reeds beproefde primitievere vorm.  

Het relaas in deze gedichten wordt in ieder geval gedaan door een persoon. Zijn gewaarwordingen en zijn bestaansbesef leveren een knagend beeld op. Het landschap van Erwin Hurenkamp bergt onontkoombaarheid in zich. Een zekere mate van doem dringt zich op. Dat is op zich geen bezwaar, want ons tijdsgewricht vraagt bij uitstek om poëzie die niet geruststelt.
 
‘I Geschiedenisles
 
Ze kropen uit de steden op, als mieren die tussen terrastegels
tevoorschijn komen. Maar er was niemand, geen almacht
om een hoosbui kokend water over ze uit te storten.
Gortdroog bleef de aarde.
 
Waar ze voor werkten? Rendement.
Wat dat zegt. Slalommen om slaaptekort, krampachtig
bevochten me-time, headspace, een laffe poging
tot het afzweren van het eten van vlees.
 
Wie dat betaalde? Eerst de armen en de ouden van dagen.
Later ook zij die op palen woonden. De uitgedroogden.
Was het een plaag, vraag je. Een plaag is iets wat zijn plaats niet kent.
Wat er daarna kwam, vraag je. Zie het volgende hoofdstuk:
 
De verwoesting van de aarde.
Haar verkalkte aderen.’
 
Hurenkamp hult zijn veel omvattende en bepaald niet doordeweekse gemoedsbewegingen vaak in een mythische sfeer. Een mythisch wezen als de Selkie duikt op en ook het begrip Gethenian, afkomstig uit The Left Hand of Darkness van Ursula Le Guin. De Gethenians zijn ambiseksueel, ze hebben een onduidelijke seksuele voorkeur. De tot boom geworden nimf Daphne past ook goed in Hurenkamps beeld van een plantaardig aandoend cyclisch bestaan. Ook Christelijke religieuze termen worden door de dichter niet geschuwd.
 
In Nu we er toch zijn bestaan mythe, wetenschap en religie eigenlijk naast elkaar, een amalgaam dat zeker niet nieuw is. Ook in het onbegrensde van het cyclisch gedreven voortbestaan dat hier een literaire vorm krijgt, betekent dit dat we eigenlijk wel weten waar we aan toe zijn als het om het behoud en de veiligheid van onze bestaansgrond gaat. Hurenkamp stelt niet gerust, maar creëert laconiek een ongemakkelijk vooruitzicht.
 
‘Later, rusteloos dravend door radioactief gebied, de aardolie hangt in dikke druppels
aan je vachtje. Delf een toekomst op en onderzoek de mogelijkheden –
 
schaf een snavel aan. Eet sprinkhanen, regenwormen
vind beschutting in de geborgenheid van een grot
 
en sla het water op in de vetbulten die zich op je rug hebben gevormd.
 
Verpak de kwetsbaren in plastic en andere duurzame materialen.
Maak van mens een werkwoord
 
En vervoeg haar.’
 
Een intrigerend debuut dat op kalme wijze en met een vorm van ironie ongerust maakt.
 
Erwin Hurenkamp: Nu we er toch zijn, Querido, Amsterdam 2023, 80 p. ISBN 9789021477480. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri