Poëzie

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2023

Gerrit Kouwenaar: Verzamelde gedichten

door Dirk De Geest

Het is onderhand gebruikelijk dat het verschijnen van een biografie gepaard gaat met een heruitgave van een paar klassieke titels van de gebiografeerde, in de hoop opnieuw belangstelling voor zijn of haar oeuvre te kunnen wekken. In veel gevallen lijkt dat niet meer dan een obligaat gebaar van de uitgever, en een beperkte bloemlezing is dan al voldoende als doekje voor het bloeden.  

Daarom is het des te verheugender dat uitgeverij Querido het verschijnen van de biografie van Gerrit Kouwenaar, Men moet, gepaard laat gaan met een fraaie editie van zijn verzamelde poëzie. Het is een gul gebaar, dat zeker, maar vooral een daad van literaire rechtvaardigheid. Tijdens zijn lange carrière verscheen al eerder een dergelijke verzamelbundel, maar die bevatte uiteraard niet de daarna verschenen gedichten. Kouwenaar zelf was trouwens behoorlijk kritisch over zijn eigen poëzie, want herhaaldelijk stelde hij een beperkte bloemlezing van zijn eigen gedichten samen. Ditmaal komt echter voor het eerst zijn globale loopbaan als dichter beschikbaar voor geïnteresseerde lezers.
 
Myriam van Hengel laat het boek beginnen met de bundel achter een woord (1953), die Kouwenaar zelf achteraf als zijn eigenlijke debuut beschouwde. Het is inderdaad een bundel met een aantal klassiek geworden gedichten, waarin de dichter zijn maturiteit als vertegenwoordiger van de ‘experimentele’ poëzie op briljante wijze openbaart. Daarna ontwikkelde Kouwenaar zich gaandeweg tot de belangrijkste vertegenwoordiger van de zogenaamde ‘taalpoëzie’ of ‘autonome lyriek’. Hier stond niet het lyrische ik centraal en al evenmin de wereld, maar de taal zelf. Woorden creëren een eigen universum vol betekenis. In het geval van Kouwenaar gaat het daarbij niet zozeer om absolute lyriek of onbegrijpelijke woordenstromen, maar om een poging om zowel de wereld als de mens te begrijpen via een verregaande exploratie van de taal als communicatie- en expressiemiddel. Dat resulteert in een lyriek die het individuele tracht te overstijgen door objectief geformuleerde zinnen, onpersoonlijke wendingen (onder meer het befaamde ‘men’ waarmee Kouwenaar school heeft gemaakt) en passiefconstructies. Tegelijk is er de intrigerende beeldspraak, die het waarneembare en herkenbare onophoudelijk herformuleert, in een ander daglicht plaatst. Het zijn stijlvormen die de poëzie van Kouwenaar in zeker opzicht moeilijker maken maar tegelijk zorgen voor een unieke fascinerende diepgang.
 
In zijn latere gedichten weet Kouwenaar zijn consequente poëtica om te zetten in gedichten die tegelijk intens en relatief toegankelijk zijn. Vooral de bundels een geur van verbrande veren (1991) en totaal witte kamer (2002), die de dichter schreef na het overlijden van zijn vrouw, lieten een enorme indruk na op lezers. Zij zorgden voor een revival van Kouwenaars poëzie, en deze ‘definitieve’ editie is daarvan het beste bewijs.
 
Op de uiteindelijke samenstelling van dit boek valt wel wat af te dingen. Myriam van Hengel maakte in eerste instantie gebruik van de latere heruitgaven en bloemlezingen, waarbij de dichter zelf zijn werk selecteerde en subtiel herschreef. Toch is haar keuze aanmerkelijk ruimer, aangezien zij probeert de bundels zo volledig mogelijk aan te geven: de weggevallen gedichten zijn in een soort van appendix opgenomen, maar daardoor missen ze wel de samenhang die ze oorspronkelijk hadden. Positief is ook dat hier de eerste bundels van Kouwenaar voor het eerst opnieuw beschikbaar worden voor een lezerspubliek. De bundel die Kouwenaar liet drukken bij de pensionering van zijn vader, vroege voorjaarsdag (1941), laat zien hoe de dichter al vroeg een weg zoekt maar verraadt onmiskenbaar de invloed van geliefde voorbeelden. Goede morgen haan (1949) is dan weer een unieke samenwerking van Kouwenaar met de kunstenaar Constant Nieuwenhuys: geheel in Cobrastijl versmelten handschrift en beeld tot één gezamenlijk kunstwerk. Dankzij deze uitgave komt ook dat werk eindelijk (opnieuw) binnen het bereik van hedendaagse lezers. Dit monumentale boek vervangt dan ook met glans al zijn voorgangers.  
 
Gerrit Kouwenaar: Verzamelde gedichten, Querido, Amsterdam 2023, 926 p. ISBN 9789021482194. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri