Een tiental jaar geleden maakte Laura Restrepo een rondreis door de Hoorn van Afrika en het Midden Oosten, in het zog van de hulporganisatie Artsen zonder Grenzen. De
eigen ervaringen op die trip en de aangrijpende toestanden waarmee ze
geconfronteerd werd, bleven haar dermate aan de huid kleven dat ze die vroeg of
laat kwijt wilde in een boek. Daaruit ontstond dit Lied van oude geliefden.
Het werd geen reisverslag, maar een fictieverhaal waar niet enkel de beleefde
ontmoetingen en fait-divers werden ingeschoven, maar ook de mythische omgeving
waar ze in verzeild geraakte en zelfs de verwerking daarvan in de literatuur
van vroeger en nu – van Thomas van Aquino tot André Malraux en Gérard de Nerval.
Veel hooi op de vork zou men zeggen, maar Restrepo kán dat: ook haar vorige
romans (zoals Delirium, Te veel helden – resp. Sijthoff 2006,
2010) zijn zo geconstrueerd dat het concrete hier-en-nu-verhaal steevast
wordt opengetrokken naar het bredere kader, waar ruimte is voor reflectie rond
diepmenselijke thema’s.
Het verhaal wordt opgebouwd rond twee liefdessituaties, die
gestaag hun beloop krijgen en die pas naar het einde toe enige vastigheid
ervaren. Aan de ene kant is er de oudtestamentische relatie tussen de
Israëlitische koning Salomon en de koningin van Saba. Rond de ontmoeting van beide
mysterieuze figuren uit de Bijbel (en de Koran) zijn in de loop der jaren een handvol
wazige legenden ontstaan die tot op vandaag voortleven. Zelfs zo dat de
koningin van Saba zowat troont in de harten van de trotse Jeminitische vrouwen,
die hardnekkig geloven afstammelingen van haar te zijn. In het quasi
middeleeuwse Jemen van vandaag met zijn uitzichtloze oorlogen en armoede is een
sterke vrouw als de koningin van Saba immers iemand om te benijden. Geen wonder
dus dat Restrepo de legende rond deze machtige vrouw centraal stelt in haar
roman, en dat zij die uitgerekend in de oerregio Jemen situeert, het land dat destijds
op haar een grote indruk naliet.
Aan de andere kant is er de verhaallijn van de actualiteit,
gedragen door de daadkrachtige Somalische vroedvrouw Zahra Bayda, eveneens een
sterke, stevig gewortelde vrouwenfiguur. Haar latere partner en tevens verteller
van het verhaal heet Bos Mutas, hij is Europeaan en dus buitenstaander, die aanvankelijk
naar Jemen komt om onderzoek te doen naar de Saba-mythe, die hem al lang
obsedeert. Bos incarneert in essentie de Laura Restrepo die op haar eerdere
rondreis Jemen aandoet. Hij wordt in het boek -- zoals zijzelf tien jaren
eerder -- opgenomen in het team van Artsen Zonder Grenzen en verricht er
hetzelfde als zij toen ze destijds de regio bezocht: mee inspringen, om zich
heen kijken, de chaos observeren en absorberen, erdoor geraakt worden. Zoetjes
aan helpt Zahra hem om van zijn zweverige Saba-obsessie los te komen en de trieste
realiteit van Jemen, een land waar zich de ‘stuiptrekking van de algehele
apocalyps’ voltrekt en waar, verontrustender nog, ‘de globale keuze tussen
leven en dood tot stand komt’, onder ogen te zien.
Meest in het oog springend in
Restrepo’s roman is de zwierigheid waarmee zij de uiteenlopende elementen die
haar verhaal stofferen, in elkaar schuift en samenweeft tot één homogeen geheel.
Weven is wel het juiste woord, want niet enkel wat in haar herinnering is
blijven haken van de eigen reisbeleving gaat de mengvorm in, maar ook -- zoals
aangestipt hierboven -- de dweperige residu’s van de Saba-legendes in de
Europese literatuur en de mythische verhalen en overtuigingen die daarrond circuleren
in Jemen en omstreken. Daarvoor moest de auteur -- in haar eigen woorden: ‘alle
stilistische mechanismen inzetten die zij ter beschikking had’. Een sleutelrol
in dit arsenaal aan mechanismen is daarbij weggelegd voor Bos Mutas, de onderlegde
maar tegelijk onbevangen om zich heen kijkende studax waarin we Restrepo zelf
herkennen, die ooit dezelfde ontgroening doormaakte. Het innerlijk verwerkingsproces
dat deze Bos Mutas doormaakt en waar hij nauwgezet verslag over uitbrengt geeft
de lezer een inkijk in het mythische hinterland aan de ene kant en zijn eigen emotionele
beleving anderzijds. Bos Mutas, het alter ego van Restrepo! En waar hij (als
man) zelf niet aanwezig kon zijn vanwege typisch vrouwelijk laat de auteur op
handige wijze Zahra Bayda hem een aantal gebruiken rapporteren zoals, om maar
één voorbeeld te noemen, over het pijnlijke ‘afscheidsfeestje’ van een vrouw
die verplicht werd een man te huwen die zij niet eens van nabij kende.
Laura Restrepo is een
auteur die de maatschappelijke pijnpunten van de samenleving niet uit de weg
gaat, niet in haar eigen land Colombia -- zoals in haar eerdere romans -- noch
op planetair niveau, zoals in deze roman. Met alle tools waarover zij beschikt,
dat zijn haar eigen beleefde ervaring, haar verbluffende belezenheid (een volle
bladzijde achteraan met geraadpleegde bronnen naast een flink stel verwijzende
noten!) en niet het minst haar vermogen om al dit materiaal vloeiend te
structureren tot een boeiend geheel, appelleert zij nadrukkelijk aan de mondiale gemeenschap om alsjeblief
meer aandacht op te brengen voor de massieve migraties, de droogte, de
gewapende conflicten zoals die vandaag het apocalyptische Jemen ontmenselijken.
Want die calamiteiten zouden wel eens een voorafname kunnen zijn op een mondiaal
cataclysme.
Laura Restrepo: Lied van oude geliefden, Wereldbibliotheek, Amsterdam
2023, 334 p. ISBN 9789028452954. Vertaling van Canción de antiguos amantes door
Jacqueline Visscher. Distributie Lannoo
deze pagina printen of opslaan